Privacy Friendly

Privacy

"Ik heb niks te verbergen" is een vaak gehoorde uitspraak tijdens een gesprek waarin het gaat over privacy of privacyaantastende maatregelen vanuit de overheid of het bedrijfsleven. Sommige mensen willen daar eigenlijk alleen maar mee zeggen dat ze niks op hun kerfstok hebben. Anderen zijn echt van mening dat ze niks te verbergen hebben. Het is hoe dan ook een gevaarlijke uitspraak, want iedereen heeft wat te verbergen. Namelijk, zijn of haar privézaken.

Privacy, wat is dat nou eigenlijk?

Over privacy is de laatste tijd veel te doen. Je hoort erover op het nieuws en leest erover in kranten. Maar wat is dat nou eigenlijk, dat privacy? Het beste kan dit uitgelegd worden met de volgende twee voorbeelden. Als je met je kinderen over straat loopt weet iedereen dat je ooit een keer met je partner naar bed bent geweest. Maar hoewel dat niet iets is om voor te schamen en het grootste deel van de wereldbevolking ooit een keer sex heeft gehad, heb je toch liever niet dat iemand toekijkt op het moment dat je sex hebt. Van iedereen die naar het toilet gaat weet je dat die zeer waarschijnlijk gaat voor een kleine of grote boodschap. En hoewel ook dit niet iets is om voor te schamen en iedereen regelmatig het toilet bezoekt, heb je toch liever niet dat iemand toekijkt op het moment dat je naar het toilet gaat. Dat gevoel, die behoefte om op sommige moment met rust gelaten te worden, dat is privacy. En het is dus niet zozeer omdat je iets te verbergen hebt, maar omdat je simpelweg geen behoefte hebt aan pottekijkers.

Het voorbeeld van sex en naar het toilet gaan zijn duidelijke en voor de hand liggende voorbeelden van privacy, maar privacy is meer dan dat. Privacy is ook over straat lopen zonder dat je begluurd wordt via vele camera's, boodschappen doen zonder dat iedereen bijhoudt wat je koopt [1], met de auto of het openbaar vervoer reizen zonder dat iedereen vastlegt waar je heen gaat of medische zaken bespreken met een specialist zonder dat iedereen mee kan lezen over je problemen. Privacy zit zonder dat we het merken in een heleboel dingen.

Hoewel privacy in feite niet meer is dan een gevoel, is het wel een zeer belangrijk gevoel. Het is een gevoel van vrijheid dat jou maakt tot wie je bent, waardoor jij kan zijn wie je graag wilt zijn, waardoor je niet geremd wordt in het vormen van meningen en het kunnen uiten ervan, waardoor jij je creativiteit kan ontplooien zodat jij als mens tot je recht komt. Zonder dit gevoel kan je niet volledig jezelf zijn. Zonder privacy kan je geen volwaardig mens zijn. We kunnen daarmee dus stellen dat privacy een eerste levensbehoefte is. Daar moeten we dus zorgvuldig mee omgaan.

Jezelf kunnen zijn

Volgens Van Dale [2] betekent privacy "de mogelijkheid om in eigen omgeving helemaal zichzelf te zijn". Hoe en wanneer jij jezelf bent, dat bepaal je zelf. Daar kan en heeft niemand anders wat over te zeggen. Iedereen kan daarmee dus voor zichzelf bepalen wat voor hem of haar onder privacy valt en wat niet. Wanneer een overheidsinstantie roept dat bij bepaalde maatregelen de privacy niet wordt geschonden, dan is dat dus zeer eigenaardig. Het is namelijk helemaal niet aan hen om te bepalen wanneer iemands privacy wordt geschonden. Het enige dat anderen, namelijk Nederlandse rechters, over iemands privacy kunnen zeggen is of een bepaalde schending ervan strafbaar is of niet. Als meneer de Vries een abonnement op de Donald Duck heeft en hij wil dat voor zichzelf houden, dan is dat zijn goed recht. Als hij zijn medische situatie geheim wil houden, dan is ook dat zijn goed recht. Bij het tegen de wil van meneer de Vries in openbaar maken van zijn abonnement op de Donald Duck zal hij aanzienlijk meer moeite moeten doen om bij de rechter zijn gelijk te halen dan wanneer iemand zijn medische gegevens openbaart. Maar in beide gevallen is hij de enige die kan bepalen of hij zich in zijn privacy aangetast voelt of niet.

Waar ligt de grens?

In de afgelopen 30 jaar zijn heel wat maatregelen doorgevoerd die een negatieve invloed hebben op de privacy, wat iedereen klaarblijkelijk prima vindt. Echter, als 30 jaar geleden iemand naar je toe zou komen en zeggen: "vanaf morgen gaan we vastleggen wanneer en waarheen je met het openbaar vervoer of de auto reist, bijhouden wat je koopt bij welke winkel, je met camera's volgen als je in grote steden loopt, vastleggen wanneer en met wie je communiceert, je medische gegevens in een grote database plaatsen waarbij je geen zicht hebt wie deze gegevens opvraagt en leest, een zo compleet mogelijk profiel van je kind aanleggen, wil de overheid je vingerafdrukken voor in het paspoort, mag de politie je zonder enige verdenking op bepaalde openbare plekken fouilleren, bouwen vele commerciële bedrijven profielen van iedereen op over persoonlijke voorkeuren en draagt iedereen een apparaatje bij zich waarmee iemands doen en laten gevolgd kan worden", dan zou dat waarschijnlijk op bijna iedereen zeer beangstigend overkomen. Grote kans dat dit hele land op z'n kop zou staan. Echter, nu het zo geleidelijk gebeurt hoor je bijna niemand klagen.

De grote vraag is nu: hoe ziet Nederland er over 30 jaar uit? Niemand kan daar antwoord op geven, ook de overheid niet. Voor veel mensen is de huidige situatie op het gebied van privacyaantastende maatregelen al onacceptabel. Als Nederland op de huidige voet doorgaat, zitten we straks in een situatie die voor alle Nederlanders onacceptabel is. Maar moeten we het zover laten komen en is er dan nog wel een weg terug [3]? Het is van groot belang dat iedere Nederlander nu al voor zichzelf bepaalt waar die grens ligt. Wat is wel acceptabel en wanneer gaan de Nederlandse overheid en het Nederlands bedrijfsleven te ver met hun maatregelen?

Gevaren bij schending van de privacy

Bij de massale opslag van informatie door de overheid en bedrijven is vaak slecht of zelfs geen zicht op wat er precies over iemand wordt bijgehouden en wat er met die informatie gebeurt. Laat staan dat de mogelijkheid bestaat om fouten de corrigeren of om informatie te laten verwijderen. Ook het inzichtelijk krijgen wie privé-informatie opvraagt en om welke reden is vaak lastig of zelfs onmogelijk. Het grote gevaar bij deze ontransparante manier van gegevensopslag is dat met die gegevens beslissingen over jou genomen kunnen worden waarbij je geen zicht hebt op basis waarvan deze genomen worden en of deze beslissingen dus terecht zijn [4].

Niet alleen de gegevens zelf moeten correct zijn, ook de bijbehorende context moet juist en volledig zijn. Jouw naam en adresgegevens bij een gemeente kan niet veel kwaad. Echter, als diezelfde gegevens onterecht op een zwarte lijst komen te staan, dan geeft dat een hoop problemen. Informatie zonder de juiste context laat ook ruimte over voor eigen interpretatie met alle mogelijke gevolgen vandien.

Een ander gevaarlijk punt bij het vastleggen van privé-informatie is dat als een bepaald gebruik van informatie op dit moment verboden is volgens de Nederlandse wet, dat niet garandeert dat dat in de toekomst nog steeds zo is [5]. Heb je onder persoonlijk gestelde voorwaarden persoonsgegevens afgegeven, dan is het mogelijk dat aan die voorwaarden in de toekomst niet voldaan wordt. Of het mogelijk is je persoonsgegevens dan te laten verwijderen is nog maar de vraag.

Vaak worden privacy en veiligheid tegenover elkaar gezet. Om extra veiligheid te kunnen bieden wordt het inleveren van enige privacy als noodzakelijk geacht. Wat vaak niet gerealiseerd wordt is dat een bepaalde mate van privacy juist noodzakelijk is voor veiligheid. Identiteitsdiefstal ligt anders op de loer, een probleem dat door de Nederlandse overheid onderschat wordt en onvoldoende aandacht krijgt. Wordt onvoorzichtig met jouw persoonsgegevens omgesprongen, dan kan iemand anders met jouw identiteit aan de haal gaan. Aantonen dat jij niet de dader bent, maar het slachtoffer van identiteitsdiefstal of identiteitswissel is niet altijd makkelijk. Slaag je daar niet in, dan is de kans zeer groot dat jij vervolgens voor de gevolgen en de kosten opdraait [6][7][8][9][10][11][12][13].